Thom Wachter: Mister Blaufränkisch
Vandaag proef ik twee wijnen van Thom Wachter. Beiden een Blaufränkisch uit 2018: de ‘basis’ Eisenberg-DAC en Szapáry, een DAC-reserve.
1. Eisenberg DAC
Na het openen komt het verleidelijke rode fruit je direct tegemoet. Krachtige aroma’s van kersen, bramen en bessen. Heerlijk! In de mond wederom volop rood fruit maar ook een spannende toets van witte peper. De wijn is sappig, met een aangename tanninestructuur. In de afdronk herken je duidelijk de herkomst, wat een frisheid! Typisch Eisenberg.
2. Szapáry DAC-reserve
De wijn is vernoemd naar de Szapáry wijngaard, dit is een adellijke Hongaarse naam. De Hongaarse naam is heel toepasselijk want de wijngaard ligt deels in Hongarije. Szapáry is één van de beste wijngaarden van de Eisenberg. Een speciaal stuk in de wijngaard, de ‘Alter Garten’, is beplant met de oudste Blaufränkisch-stokken van de regio. Szápary wordt in een zeer kleine oplage gemaakt, slechts 1093 flessen. De wijn rijpt op grote oude houten vaten, of eigenlijk vat, want er wordt maar één vat geproduceerd per jaar.
Na het openen direct weer dat verleidelijke rode fruit. Heerlijke aroma’s van kersen, bramen en bessen (cassis), aangevuld door subtiele houtaroma’s. Het mondgevoel is aangenaam met een fijne tannine structuur. Opvallend is weer de finesse. Wat een frisheid, ook bij zo’n jonge wijn uit het hoge segment, verrassend! Je ziet hierin duidelijk de visie van Thom terug. Hij maakt geen ‘dikke’ en krachtige wijnen, maar juist ‘slanke’ en verfijnde wijnen met prachtige fruitaroma’s. Bovendien echt regio specifiek. Dit zijn smaken die ik nog nooit eerder heb geproefd. Echt uniek. De Szapáry kan fantastisch ouderen, maar jaargang 2018 is nu al verassend toegankelijk.
Ik vroeg Thom naar een mooie wijn/spijs combinatie bij bovenstaande wijnen. Thom: “Natuurlijk perfect bij kort gebakken rood vlees, maar ook perfect met pikante sauzen met een subtiele Aziatische ‘touch’ - dit kan door de krachtige zuren en de kruidigheid in de wijn. De wijnen komen het beste tot z’n recht als ze licht worden gekoeld zo’n 15-16°C en een paar uur van tevoren in een karaf uitschenken is altijd verstandig.”
Thom Wachter komt uit een echte wijnmakers familie in de regio Eisenberg, Südburgenland, Oostenrijk. Hij is een neef van het beroemde Wachter-Wiesler wijnhuis (ontstaan uit het huwelijk tussen Gerda Wachter en Josef Wiesler). Samen met zijn broer had hij over dit domein de dagelijkse leiding, tot Christoph Wachter, de zoon van de eigenaar, het in 2008 overnam. Thom startte toen, samen met zijn zus, het toprestaurant Wachter Wiesler Ratschen (15,5/20 Gault&Millau) midden op de Deutsch-Schützen wijnberg. Maar na een aantal jaren als restaurateur begon hij toch weer naar de wijngaarden te verlangen. Toen in 2015 de kans voorbijkwam om een eigen wijndomein - compleet met kelder en drie hectare aan wijngaarden - over te nemen, greep hij deze dan ook met beide handen aan.
Nu is drie hectare niet veel - zeker niet wanneer je voor hoge kwaliteit, dus lage opbrengsten, gaat - maar de wijngaarden liggen wel op de beste hellingen van de Eisenberg. Met zijn wijnen richt Thom zich op de individuele wijngaarden, zogeheten ‘single vinyard wines’. Zijn doel is wijnen te maken die het Eisenberg ‘terroir’ optimaal tot uitdrukking laten komen in het glas. Waarom? Omdat de Eisenberg uniek is. Nergens anders ter wereld vind je zulke verschillende leisteenbodems in combinatie met een dun laagje ijzerhoudende klei.
Südburgenland - Eisenberg
Südburgenland is met 515 hectare het kleinste wijnbouwgebied van Oostenrijk. In het oosten, direct aan de grens met Hongarije, ligt de Eisenberg. Een gebied met 2800 jaar wijngeschiedenis. De Kelten maakten er al wijn, lang voor de Romeinen kwamen. In de 12e eeuw werd de wijnbouw onder leiding van de Cisterciënzer monniken - wat hebben wij toch veel aan hen te danken - verder ontwikkeld naar de toenmalige nieuwe inzichten.
De wijngaarden op de Eisenberg liggen tussen de 280 en 400 meter boven de zeespiegel. De wijngaarden liggen op steile hellingen. Hier bestaat de bodem uit mineraalrijke gesteenten als geoxideerde groene leisteen, kwartsfylliet, kalksteen leisteen en serpentiniet. Bovenop al deze gesteentes ligt een laag ijzerhoudende klei. Deze combinatie is wat de Eisenberg uniek maakt. Je proeft de bodemsamentelling ook heel duidelijk terug in de wijnen, alle wijnen hebben een onmiskenbare minerale finesse en frisheid.
De weersomstandigheden op de Eisenberg zijn perfect voor wijnbouw. Het pannonische landklimaat zorgt voor hete en droge zomers maar er valt genoeg regen tijdens de vegetatieperiode. De gemiddelde tempratuur ligt beduidend lager dan in de rest van Burgenland. De grote hoogteverschillen zorgen voor stijgende warme en dalende koele lucht. Hierdoor ontstaat een constante luchtcirculatie wat rotting van de druiven tegen gaat. De Eisenberg is een ongerept en bosrijk gebied. De bossen beschermen tegen slecht weer en hebben daarnaast een verkoelende werking, wat goed van pas komt tijdens de vegetatieperiode.
Eisenberg DAC - Blaufränkisch
Sinds 2009 hebben de wijnen uit Eisenberg een eigen herkomstaanduiding: Eisenberg DAC (Districtus Austriae Controllatus). Onder de DAC valt alleen de druivensoort Blaufränkisch. Met 185 hectare (38,5% van de totale aanplant) is dit ook veruit de belangrijkste soort in de regio. De DAC schrijft voor dat houtaroma’s maar minimaal herkenbaar mogen zijn in de wijnen. Doorgaans wordt de Blaufränkisch op RVS of grote oude houten vaten gerijpt. Typisch voor een goede Eisenberg zijn aroma’s van rode- en blauwe bessen (cassis), in de mond een sappige structuur met rijpe tannines en in de afdronk een mooie frisheid. Hogere wijnen, DAC-reserve, mogen wel wat houtaroma’s bevatten, maar het mag nooit overheersen.
Extra: Südburgenland - geschiedenis
Het overwegend Duitstalige Südburgenland was politiek en cultureel het langst onderdeel van Hongarije. Ten tijde van het Koninkrijk Hongarije en de latere dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije was Eisenbergwijn een belangrijk exportproduct met een enorm distributiegebied, namelijk, de hele dubbelmonarchie. Toen de Hongaarse grens na de Eerste Wereldoorlog opnieuw getrokken moest worden besloot de commissie het gebied aan Oostenrijk toe te kennen. Hongarije protesteerde, maar na een referendum in 1921 werd Südburgenland definitief bij de Republiek Oostenrijk ingelijfd.