Rond de ruïnes van een oud château dat dateert uit de middeleeuwen ligt het 48 hectare tellende domein van de gebroeders Rémi en Jean-Jacques Bonnet, bijgestaan door Vincent Pineau. De witte druif ‘Melon de Bourgogne’ voert hier de boventoon, deze druif bestrijkt namelijk 42 (van de 48) hectare. De druiven zijn aangeplant op de verschillende arme, zeer minerale ondergronden rondom het dorpje La Chapelle-Heulin. De bodem varieert van Orthogneiss (vulkanisch gesteente), Micaschiste (fijne leisteen), Amphibolites (rotsbodem vol met fossielen) en Gabbro (grof korrelig gesteente) en Granite. Je kunt je dus wel voorstellen dat bij de broers Rémi en Jean-Jacques Bonnet het terroir een belangrijke rol speelt, met zoveel verschillende bodem soorten.
Veel Muscadet is te dun en te zuur door te hoge opbrengsten. In die verwaterde vorm is er geen spoor van terroir in de wijnen te herkennen. Dat maakt het voor goede wijnbouwers extra lastig want zij lijden onder het imago. Daardoor kunnen zelfs topdomeinen het zich niet veroorloven om hoge prijzen te vragen voor hun wijnen. Waarmee de vicieuze cirkel rond is, want zonder hoge prijzen wordt je niet serieus genomen. In de Muscadet krijg je dus bij goede wijnmakers heel veel ‘waar voor je geld’.
Door de natuurlijke benadering in de wijngaard (sinds 2005 biologisch/biodynamisch) proberen de beide broers de terroir-expressie zoveel mogelijk terug te brengen in hun wijnen. Om die reden geen chemische bestrijdingsmiddelen in de wijngaard, maar wel handmatige oogst en laag rendement (maximaal 55 hl/ha). In de kelder vindt natuurlijke gisting plaats, geen chaptalisatie en geen filtering. Met andere woorden: de gebroeders maken eigenlijk een ‘vin naturel…!’.